Vistechniek

Sportvissen vereist een speciale vistechniek en materialen. Voor optimale vangst adviseren wij om een boothengel van ± 2.10 meter te gebruiken, voorzien van een onderlijn met 3 haakjes (bijv. Aberdeen nr. 4) met een ankerlood van minimaal 200 gram. Ook is een degelijke molen met voldoende lijn van ± 40/00 van belang.

Vanwege de stroming in de Oosterschelde is het zaak om tegenin de stroom te werpen en veel lijn te geven. Op deze manier vist u goed met de onderlijn op de bodem, waar tenslotte de vis zit. Hoe harder de stroming, des te meer stroomopwaarts (dat is in de meeste gevallen dichter naar de ankerketting) men moet werpen. Onderstaande tekening geeft hiervan een goed beeld.

Het aas, vooral de pieren, zijn goed met een rijgnaald op de haak te zetten.

Wanneer u een aanbeet registreert, pak dan rustig de hengel en begin langzaam binnen te draaien. Aanslaan van de vis is niet nodig want door de stroming haakt de vis zich vanzelf. Tijdens het opdraaien moet het lood uit de bodem losgetrokken worden. Houd hiervoor even de spanning op de lijn.

Aan boord zijn emmers aanwezig om de gevangen vis in te bewaren. Regelmatig het water in deze emmers verversen komt de vangst ten goede.

Bent u een beginner of heeft u de vistechniek na het lezen van deze tips nog niet helemaal onder de knie? Schipper Joop is altijd bereidt aanwijzingen te geven om u verder op weg te helpen. Vangstgarantie kunnen we echter niet geven, al doen we altijd onze uiterste best om dit te bereiken.